In deze zaak heeft het hof geoordeeld dat er wel degelijk is voldaan aan het confrontatievereiste voor shockschade, ondanks het ontbreken van een directe confrontatie met het slachtoffer. Dit is een interessante beslissing, die laat zien dat de invulling van het confrontatievereiste flexibel kan zijn.
In een civiele procedure heeft het hof bepaald dat een van de daders gehouden is om aan zowel de ouders als het broertje van het slachtoffer shockschade te vergoeden, ondanks het ontbreken van een directe confrontatie met de gewelddadige gebeurtenis zelf. Het hof oordeelde, na bespreking van de arresten 'Hoogeveen' en 'Buterwei', dat er in dit geval is voldaan aan het confrontatievereiste voor het toekennen van shockschade.
Het hof heeft alle feiten en omstandigheden in hun onderlinge samenhang bezien, vanaf de aanloop tot de zoektocht naar het slachtoffer en de groeiende ongerustheid over haar lot, het lange wachten in het politiebureau en daarna de confrontatie met het dode lichaam van het slachtoffer in het mortuarium (de ouders) en in het Uitvaarthuis (het broertje). Deze reeks van gebeurtenissen leidt ertoe dat voldaan is aan het confrontatievereiste zoals dat door de Hoge Raad nu is geformuleerd, zelfs zonder directe confrontatie met de gewelddadige daad zelf.
Hoewel de confrontatie met het overleden slachtoffer niet onverhoeds plaatsvond en de familie in zekere mate was voorbereid op het zien van hun (ge)dode dochter en zus, blijkt uit hun verklaringen over wat zij gezien en ervaren hebben dat zij zich niet op de schok van confrontatie hebben voorbereid of kunnen voorbereiden. Het hof merkt op dat het in dit geval twijfelachtig is of een dergelijke voorbereiding tot een andere reactie zou hebben geleid, gezien de gruwelijke omstandigheden van de misdaad.
Bij het toekennen van shockschade heeft het hof meegewogen dat het slachtoffer met de opzet om haar geweld aan te doen door de daders is meegenomen naar een afgelegen plek en daar door geweld (stompen, slaan, wurgen) is gedood, waarna ze is weggesleept naar het water om haar te verbergen. Deze gruwelijke omstandigheden hebben ongetwijfeld bijgedragen aan de intense emotionele impact op de nabestaanden, zelfs zonder directe confrontatie met de daad zelf.
Wat betreft de samenloop van shockschade en affectieschade, heeft het hof schattenderwijs en naar billijkheid de schadevergoeding voor geestelijk letsel als gevolg van de confrontatie vastgesteld op € 20.000 voor zowel de vader, moeder als het broertje van het slachtoffer. Deze uitspraak benadrukt dat shockschade toegekend kan worden ondanks het ontbreken van een directe confrontatie met de gewelddadige gebeurtenis, mits er sprake is van een reeks van omstandigheden die leiden tot een intense emotionele impact op de nabestaanden.
De toekenning van shockschade in deze zaak, ondanks het ontbreken van een directe confrontatie, kan gezien worden als een belangrijke stap in de erkenning van het emotionele leed van nabestaanden in soortgelijke tragische omstandigheden.
Vindplaats uitspraak: ECLI:NL:GHARL:2024:1454, Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 200.319.789 (rechtspraak.nl)
Alexanderveld 5
2585 DB DEN HAAG
Nederland
085 13 043 93
info@onnaletselschade.nl
www.onnaletselschade.nl
Alexanderveld 5
2585 DB DEN HAAG
Nederland
085 13 043 93
info@onnaletselschade.nl
www.onnaletselschade.nl