Tijdens een reguliere gymles op school oefende de klas verschillende gymnastische elementen. Een van de leerlingen, een 11-jarig meisje, waagde zich aan een handstand overslag. Helaas ging dit mis: haar voeten gleden weg tijdens de uitvoering, waardoor ze hard op haar billen terechtkwam. Haar bovenlichaam klapte samen en ze voelde iets kraken in haar rug. 

Later bleek dat ze als gevolg van de val een ruggenwervel had gebroken. De gymlessen werden niet gegeven door leerkrachten van de school zelf, maar waren uitbesteed aan een extern bedrijf genaamd 'Beweegburo'.

Aansprakelijkheid van het Beweegburo

De ouders van het 11-jarige meisje besloten het Beweegburo aansprakelijk te stellen voor het ongeval en het letsel van hun dochter. Ze stapten naar de rechtbank voor een oordeel in deze kwestie.

De rechtbank oordeelde dat het Beweegburo inderdaad haar zorgplicht jegens het kind had geschonden en daarmee aansprakelijk was voor het ongeval en de gevolgen daarvan. De rechter baseerde zich hierbij op een aantal cruciale punten:

1. De handstand overslag is een beduidend risicovollere oefening dan andere elementen die tijdens de les werden geoefend. Toch had de gymdocent hierover geen duidelijke instructies gegeven aan de leerlingen.
2. De gymdocent had expliciet moeten zijn naar de andere kinderen in de groep dat de toestemming voor deze sprong slechts voor één specifieke leerling gold. De andere kinderen hadden gewaarschuwd moeten worden deze oefening niet te doen.
3. Op het moment dat de gymdocent wegliep, was er geen 'vanghulp' meer aanwezig bij de uitvoering van de handstand overslag. Dit hulp had er moeten zijn om de veiligheid van de kinderen te waarborgen.

Door deze nalatigheid en het gebrek aan duidelijke instructies en toezicht, schond het Beweegburo haar zorgplicht. Ze hadden meer moeten doen om de veiligheid van de leerlingen tijdens de gymles te garanderen, vooral bij het uitvoeren van risicovolle oefeningen zoals de handstand overslag.

Vindplaats uitspraak: ECLI:NL:RBZWB:2024:5541, Rechtbank Zeeland-West-Brabant, C/02/418823 / HA RK 24-15 (rechtspraak.nl)