Op 6 februari 2025 heeft de rechtbank Amsterdam een belangrijke beschikking gewezen in een deelgeschilprocedure over een verkeersongeval tussen een bromfietsbestuurder en een fietser. De rechtbank oordeelde dat de fietser voor 90% aansprakelijk is voor de schade van de bromfietsbestuurder.

Toedracht en standpunten
Het ongeval vond plaats op een onoverzichtelijke kruising. De bromfietsbestuurder kwam ten val toen hij plotseling moest remmen voor een fietser die – naar later bleek – geen voorrang had verleend. Hij liep ernstig letsel op: een dubbele beenbreuk waarvoor een operatie en revalidatie nodig waren.

De fietser stelde dat zij was gestopt en goed had gekeken, maar de rechtbank stelde op basis van camerabeelden vast dat zij in werkelijkheid met constante snelheid de kruising op fietste. Daarnaast werd het ontbreken van fietsverlichting aannemelijk geacht, waardoor de bromfietsbestuurder haar mogelijk te laat heeft opgemerkt.

Oordeel van de rechtbank
De rechtbank wees een beroep op overmacht door de bromfietsbestuurder af. Hoewel de fietser de voorrangsregels overtrad, had hij als gemotoriseerde verkeersdeelnemer meer rekening moeten houden met onverwacht gedrag van anderen – zeker op een bekende, onoverzichtelijke plek.

Toch wees de rechtbank erop dat het rijgedrag van de fietser aanzienlijk meer bijdroeg aan het ongeval. Op basis van de causaliteitsafweging kwam de rechtbank tot een verdeling van 85%-15% in het nadeel van de fietser. Mede vanwege het zware letsel en het ontbreken van verzekering bij de bromfietsbestuurder, werd dit via een billijkheidscorrectie bijgesteld naar 90%-10%.

Praktische relevantie
Deze uitspraak illustreert hoe de rechtbank de reflexwerking van artikel 185 WVW toepast in een zaak waarin de gemotoriseerde partij letsel oploopt, maar de ongemotoriseerde verkeersfout maakt. De beschikking laat zien dat zorgvuldige bewijsvoering (bijvoorbeeld camerabeelden) doorslaggevend kan zijn, en hoe factoren als letselomvang, verzekeringspositie en verklaringinconsistenties invloed hebben op de uiteindelijke verdeling.

Vindplaats uitspraak: https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RBAMS:2025:1866